Toen ik in 2007 aan m’n lerarenopleiding begon hoorde ik Frank Vandenbroucke zeggen: “We moeten het lerarenberoep terug aantrekkelijk maken.” In 2010 zat ik als voorzitter van de studentenraad in een debat met de kabinetschef van Pascal Smet: zij gingen leerkracht terug een volwaardige keuze maken voor wie op zoek is naar een passie in ’t leven. Bij haar aantreden in 2014 liet Hilde Crevits vol enthousiasme weten dat die arme leerkrachten toch wel weer wat meer maatschappelijk aanzien zouden krijgen. En de laatste maanden kan Ben Weyts natuurlijk niet onderdoen. Laat me dan liever naïef dan cynisch zijn en denken dat er eindelijk dingen in beweging kunnen komen.
De recepten zijn al lang gekend en lijken ook dezelfde te blijven. We willen dat meer mensen aan een lerarenopleiding beginnen, door die onder andere flexibeler in te zetten voor werkstudenten of door de invoering van de educatieve master. Daarnaast willen we meer mensen richting het onderwijs lokken, de zogenaamde zij-instromers. Laat ons voorzichtig stellen dat die recepten de afgelopen 13 jaar niet meteen wonderoplossingen geweest zijn.
Misschien is het onderwijs gewoon niet meer van deze tijd?
Misschien moeten we als onderwijsmensen maar eens aan diepe reflectie doen. Misschien is niet het lerarenberoep an sich onaantrekkelijk. Misschien is het onderwijs als werkveld gewoon niet meer van deze tijd. En misschien moeten we daar dan eens aan gaan wringen, met meer ruimte voor experimenten waarbij we over ’t muurtje kijken.
Zo’n denkoefening waar in de private sector heel wat consultants met dure woorden veel geld mee verdienen is “de pijl omdraaien”. Ik wil die oefening hier wel gratis lanceren, voor de goeie zaak. Kortweg: als we mensen niet naar het onderwijs krijgen, kunnen we het onderwijs dan bij die mensen krijgen? Ik ga enkele ballonnetjes oplaten, maar ben vooral benieuwd naar de frisse ideeën die anderen hierbij hebben.
Co-teaching, maar dan met leerlingen
We zouden leerlingen met een groot talent voor een bepaald vak kunnen inzetten om in het zesde jaar mee les te geven aan hun jongere “schollega’s”. Co-teaching is tegenwoordig dé term die je op alles moet plakken: laat leerlingen schitteren door hun passie en kennis te laten vertalen, leer hen hoe ze informatie op een georganiseerde manier kunnen overbrengen en geef hen inzicht over hoe zo’n school werkt langs de andere kant van de lessenaar.
Iedereen die al eens iets heeft moeten uitleggen, zal het kunnen beamen: er is geen betere manier om iets helemaal meester te worden, dan om het helder te brengen aan iemand die het nog niet kent. Op die manier krijgen scholieren een eerste contactpunt met wat misschien ooit hun roeping kan zijn.
Zorg dat leerkracht ook een moderne flexibele job kan zijn
Er zijn heel wat mensen die wel wat les zouden willen geven, maar die daarom niet hun andere carrière en collega’s willen achterlaten. Er is in essentie geen enkele goede reden om niet én burgerlijk ingenieur én leerkracht chemie te zijn, enkel de huidige denkwijze over werken in het onderwijs staat in de weg. Speel in op de maatschappelijke trend van flexibele en gemengde loopbanen en biedt mensen de kans om bijvoorbeeld 3 dagen te werken op hun bestaande job, aangevuld met 2 dagen als leerkracht in hun expertise. Laat het niet (enkel) aan scholen om dit organisatorisch gebolwerkt te krijgen, maar ondersteun dat als overheid vanuit een systeem dat kan lijken op de vroegere lerarenpoule.
Zo’n systemen brengen groeipijnen mee, ook in de leraarskamer of bij het plannen van vakgroepen of oudercontacten, maar die hoeven geen drempel te zijn. Zet een budgetlijn klaar voor scholen én bedrijven die daarmee willen experimenteren. Het zou zelfs een oplossing kunnen zijn voor de latere jaren in iemands loopbaan, als een soort van deeltijdse landingsbaan.
Elke universitaire opleiding geeft onderwijservaring
Het opstarten van de educatieve master, waarbij studenten onmiddellijk hun lerarenopleiding kunnen behalen, kan de drempel om dat extra diploma te hebben serieus verlagen, al zijn de resultaten daarrond nog onduidelijk. Je zou de grote maatschappelijke nood aan leerkrachten kunnen aangrijpen door als hogeschool en universiteit te stellen: wij zorgen ervoor dat élke student in zijn opleiding in contact komt met het lerarenberoep. Dat kan in een traditionele stage zijn, waarbij je een weekje lesgeeft, maar bijvoorbeeld ook het uitwerken van een educatief project of het beter maken van lesmateriaal op KlasCement.
Zorg voor een personeelsbeleid
Als er één ding binnen het onderwijs blijven steken is in de jaren ’70, dan is het wel het personeelsbeleid. De visie op ontwikkeling als medewerker, de kansen tot ontplooiing binnen de eigen talenten en de stimulatie van samenwerking tussen leerkrachten en zelfs over scholen heen, daar zijn nog serieuze stappen te zetten. Maak werk van een expertisecentrum rond dat personeelsbeleid: breng *good practices* samen, maak directeurs daarin sterker en zorg dat de loopbaan de 21e eeuw wordt binnengeloodst voordat ze voorbij is.
Stroomlijn de start
De eerste jaren als leerkracht zijn een ware beproeving. Niet enkel praktisch en mentaal, maar zeker ook financieel. In mijn eerste jaar voor de klas, in 2010, combineerde ik opdrachten in Kapelle-op-den-Bos en Hasselt, exact 100 kilometer van mekaar. Ik verdiende niet genoeg om een auto te kunnen betalen, maar was tevreden met een station in de buurt van elke school. Ik zat elke dag meer dan vijf uur op de trein, en op het einde van de maand stond er 1040 euro op mijn rekening. Geen wonder dat de minder slagkrachtige medestudenten uit de lerarenopleiding het niet langer dan twee jaar volhielden. Waaronder ik.
Je bent jong en je wil op je eigen benen staan. Je wil helemaal niet bij *hotel mama* blijven logeren tot je die TADD eindelijk te pakken hebt. En dan stap je over naar een andere job. De afgelopen tien jaar hebben mijn vriendin en ik bewust spaarzaam geleefd, om een buffer te kunnen opbouwen voor wanneer we terug de overstap maken naar de klas. Elke school schreeuwt om leerkrachten en dan moeten wij dat zo doen, Kafka zou er een mooi boek van kunnen maken.